Bernard de Tremelay
Degenen die soldaten van de tempel zijn, zijn van God.

1100-1153
de man met zwaard én ziel

Bernard de Tremelay
Geboren rond 1100 – 1118 in het kasteel van Tramelay, dichtbij Saint-Claude in Frankrijk. Gestorven 16 aug 1153 in Ascalon
Zijn vader was Humbert, Heer van Tremelay. Van zijn moeder zijn geen gegevens bekend. Evenals zijn broers en zussen.
Rond zijn 20ste trad hij in de Orde, waar hij zich al snel opwerkte tot Preceptor van Temple-lès-Dole. Voor bestuurder van een commanderij, ofwel: Preceptor had je minstens 5 tot 10 jaar ervaring nodig. Temples-lès-Dole betekend letterlijk: Tempeliers bij Dole. Niet zo ver bij zijn geboortestad.



Na het aftreden van Evrard des Barres in 1152, trad Bernard de Tramelay aan als vierde Grootmeester van de Orde van de Tempel. Bernard werd omschreven als een ridder van adel, moed en geestelijke toewijding. Zijn regeerperiode was kort, maar intens en dramatisch.
De politieke en militaire situatie in het Heilige Land was gespannen. De Orde kreeg het zwaar te verduren, niet alleen door aanvallen van moslimstrijders, maar ook door interne machtsverhoudingen en toenemende verwachtingen vanuit de pauselijke en koninklijke machten. Bernard de Tramelay stond bekend om zijn vurige geloof en onverzettelijkheid, iets wat hem uiteindelijk ook fataal werd.
Maar waarom was hij zo vurig in zijn geloof?
Hij leefde ten tijde dat Bernardus Clairvaux. In een tijd waarin Bernardus nog sprak, schreef, invloed had.
En dat voel je, want Bernard de Tramelay:
- wasonverzettelijk,
- stondzonder aarzeling voor de Heilige Stad,
- trok ten strijdewaar anderen diplomatie wilden,
- engaf zijn leven in de aanval op Ascalon — puur uit geloof en eergevoel.
Die vurigheid komt ergens vandaan…
En ja, die kwam van zijn tijdgeest — en van Bernardus zelf.
Want Bernardus was in die tijd:
- dé geestelijke kracht achter de Tempeliers (hij schreef hun “Rule”)
- dé prediker van de Tweede Kruistocht
- dé stem die geloof koppelde aan ridderschap
Begin augustus 1153 nam hij het besluit om een gedurfde aanval te leiden op de vesting Ascalon (een kustplaats in het uiterste zuiden in het huidige Israël), die al lange tijd belegerd werd door de kruisvaarders. Ascalon was in 1153 nog in handen van de Egyptische Fatimiden. De belegering van deze stad bracht Bernard de Tramelay ver van huis — maar dicht bij zijn doel. Het toont de reikwijdte van zijn overtuiging: tot aan de uiterste grenzen van het christelijke machtsgebied streed hij voor de veiligheid van Jeruzalem.Volgens ooggetuigen slaagde een kleine groep Tempeliers erin om door een bres in de muren te breken en zich een weg te banen naar binnen. Bernard, vol vuur, leidde hen persoonlijk de stad in — zonder versterking af te wachten.
Het bleek een fatale inschattingsfout. De poort achter hen werd gesloten en de groep werd afgesneden. Wat zich vervolgens afspeelde was een tragedie: Bernard de Tramelay standvastig, tot de laatste adem werd en zijn mederidders in de nauwe straten van Ascalon overmeesterd en later werd hij op 16 augustus 1153 onthoofd.
Zijn lichaam werd weggesleept en opgehangen aan de stadsmuren van Ascalon, als waarschuwing.
Zijn dood schokte de hele Orde en markeerde het gevaar van overmoed, zelfs in dienst van de hoogste idealen.
Een paar dagen later veroverde Boudewijn III het fort en kozen de Tempeliers André de Montbard tot hun nieuwe Grootmeester.
Bernard werd postuum geëerd om zijn moed, maar ook bekritiseerd om zijn impulsiviteit. Zijn opvolger, André de Montbard, zou een meer berekende koers varen. Zijn leven was kort, zijn dood gewelddadig, maar zijn geest leeft voort en werd het symbool voor het vuur van de Orde die liever viel dan vluchtte.

Het wapen van Tramely
Kleuren en hun symboliek:
Goud (geel) staat voor edelheid, standvastigheid, geloof en goddelijk licht
Typisch voor oude adellijke families en vaak verbonden met een roeping of plicht
Rood (heraldisch: “gueules”) staat voor moed, strijdlust, opoffering en martelaarschap
Dit werd veel gebruikt door kruisvaarders, militair-religieuze orden en families met een militaire traditie.
De rode band (chief)
De horizontale band bovenaan het schild wordt een “chef” genoemd in heraldiek.
Het symboliseert: 1) gezag (bovenaan in de hiërarchie) 2) eerbewijs of onderscheiding.
Vaak toegekend aan krijgers of leiders die zich in de strijd hadden onderscheiden
Wat zegt dit over Bernard de Tramelay?
Heel veel: een man met een roeping van boven (goud), die de strijd niet schuwde (rood)
en zijn verantwoordelijkheid droeg (chef) — letterlijk tot aan zijn dood in Ascalon.
Kasteel van Bernard de Tremelay
Gebouwd door zijn vader Humbert de Tremelay, lag op een verhoogde rots boven de Valouse-vallei, bij het huidige Dramelay. Wat resteert is een indrukwekkende vierkante donjon‑toren, met muren van méér dan twee meter dikte. De ruïne bevindt zich in een heuvelachtig, bebost landschap op een hoogte van zo’n 460 m, en wordt omringd door de verlaten nederzetting en kapel — stille getuigen van de plaats waar Bernard de Tramelay, vierde grootmeester van de Tempeliers, zijn roots had.

Deze reconstructie is gebaseerd op de beschikbare beschrijvingen van het kasteel en toont hoe het er mogelijk uit heeft gezien.

De donjon‑toren van het kasteel, dateert uit de 12e of 13e eeuw. De muren zijn circa 2,20 m dikte op drie niveaus
Alleen drie zijden van de vierkante toren zijn nog aanwezig – de resten van het middeleeuwse versterkte bouwwerk.
De omgeving toont ook ruïnes van het oude burchtdorp en de nabijgelegen chapelle de Dramelay, ooit de kerk bij het kasteel
Het kasteel lag op een promontoire boven de Valouse-vallei, strategisch geplaatst voor verdedigingstaken. Het dorp, inclusief de nederzetting en kerk, lag op de flank daarvan.
De toren is tegenwoordig een beschermd monument en opgenomen in de Inventaires des Monuments Historiques sinds 2002.


Wat is een Donjon Toren?
De term “donjon” komt van het middeleeuws Frans, afgeleid van het Latijnse dominionem (heerschappij / gezag). Het betekent letterlijk: “de hoofdtoren van een kasteel” of: “de plaats van hoogste macht en laatste toevlucht”
In Bernard de Tremelay’s tijd betekende “Donjon” iets machtigs,
Kenmerken van een Donjon zijn
- Het is de sterkst beveiligde plek in het hele kasteel.
- Meestal de hoogste toren, met dikke muren en weinig ramen.
- Diende als woonplaats van de heer, maar ook als laatste verdedigingsplek bij belegering.